Met de uitvinding van de fotografie werd het goedkoper om een portret, en daarmee een herinnering aan een dierbare, te verkrijgen. Hierdoor neemt de populariteit van haarwerken in de loop van de negentiende en vroege twintigste eeuw af.
Twintigste-eeuwse haarschilderijen uit de archiefcollecties bewijzen echter dat de traditie niet abrupt tot een einde kwam, maar versmolt met de nieuwe techniek.
Tot zeker in de jaren vijftig werden in Brabant haarschilderijen vervaardigd. In de collectie van Regionaal Archief Tilburg bevindt zich een later haarwerk, dat van Anna Joanna Norberta Vorselaars-De Jong (1884-1953).
Met haar eenvoudige ziekenfondsbril kijkt ze vanuit haar lijst de wereld in.
Het portret is met lila garen op een stoffen ondergrond gestikt. Onderaan prijkt een bloem van grijze haren, afgezet met roze lint. De stamper is gedecoreerd met kraaltjes. Bij dit haarschilderij ontbreekt de symboliek van de dood, maar via de foto en de haarbloem kunnen nabestaanden haar toch herdenken.