
Jan Willem Sutorius vestigde zich in Helmond en begon daar een textielhanddrukkerij. In 1843 ging zijn zoon Peter Antonius (1804-1886) in zee met de Amsterdamse ondernemer Pieter Fentener van Vlissingen. Laatstgenoemde kocht in 1844 de inventaris en gebouwen van de katoendrukkerij annex blauwververij en nam in 1846 de zaak helemaal over. De nieuwe naam werd: P.F. van Vlissingen en Comp.
Aanvankelijk richtte het bedrijf zich op de productie van katoenen stoffen met batikmotieven, geïnspireerd door Indonesische technieken. Batik is een traditionele techniek waarbij patronen met was op stof worden aangebracht voordat deze wordt geverfd. Europese bedrijven probeerden deze techniek te imiteren en te industrialiseren, wat leidde tot de productie van de zogenaamde "Dutch Wax" stoffen.