Op naar het water!
Het was een stralende dag, en twee kleuterjongetjes, Jan en Rein, stonden voor de deur van hun tante Jo met niets meer dan een paar stokken en een paar lege jampotten. De voordeur zwaaide open, en tante Jo verscheen, vergezeld door haar drie dochters en hun opa. De hele familie ging op pad, en het leek wel of ze uit de deur sprongen en de heuvel afrenden, de berkenbomen en weilanden in.
De kinderen renden enthousiast over het zachte zand, terwijl opa in een rustiger tempo volgde. Jan en Rein, nieuwsgierig als altijd, kwamen bij een kabbelend beekje aan. Ze hadden hun stokken en jampotten in de aanslag. Terwijl Jan en Rein in het water sloegen met hun stokken, toverde opa hun stokken om tot hengels. De jongens plaatsten hun zelfgemaakte dobbers op het wateroppervlak en wachtten vol spanning.